Tip: 6x kampeergevoel vasthouden

Weer thuis van vakantie zit je al snel weer in de ‘sleur’ van alledag. Wat doe jij om je vakantiegevoel vast te houden? 6 tips!

dat vrije kampeergevoel vasthouden. Hoe? Nou zo!

O nee… Ik was deze vakantie krap één dag thuis, toen ik een tikje heimwee naar de camping bespeurde.  Terwijl ik echt een heel fijn huis heb. Nu heb ik me voorgenomen het kampeergevoel vast te houden. In elk geval tot de herfstvakantie. Of het me gaat lukken, weet ik nog niet, maar ik ga een serieuze poging doen. Doe je mee?


Kampeertopper 1: buiten ontbijten
Op de camping is de enige voorwaarde voor een ontbijt in de ochtendzon: droog weer. En een zonnetje. Maar ook als dat zonnetje er niet is, eet ik dat broodje graag buiten de tent, onder de luifel. En zelfs een vriendelijk miezertje is geen reden om binnen te zitten. Eenmaal thuis verval ik in mijn oude patroon. Ontbijtborden met vooraf gesmeerde boterhammen erop op tafel (binnen!). Lekker praktisch. Waarom? En ineens zag ik het. Met een ‘we doen het vandaag anders’, heb ik de keukendeur van het slot gedraaid, spullen op de tuintafel gezet en heerlijk buiten ontbeten. Kids, duidelijk verbaasd: ‘mogen we al naar buiten?’ Maar het werkt. Je dag begint meteen heel anders. Ook als je na het ontbijt toch echt aan het werk moet.

Kampeertopper 2: eindelijk tijd om te lezen
De vraag is natuurlijk: waarom heb ik daar op de camping wél tijd voor? In mijn geval is het antwoord eenvoudig: het is gewoon makkelijker om aan het eind van de dag op de bank te zakken en naar de tv te kijken. Niet omdat ik dat programma zo dolgraag zie, maar omdat ik niks hoef te doen voor dat bewegende beeld. Stom natuurlijk, want er zijn heel wat boeken waar ik veel meer plezier aan beleef. Mijn goede voornemen voor deze nazomer: minimaal twee avonden per week (klein beginnen mag, toch?) geen televisie aan, maar met een boek voor mijn neus. Heerlijk!

Kampeertopper 3: vies worden mag
Oké, ik was he-le-maal niet blij toen mijn jongste dochter na een fikse regenbui besloot op d’r knieën in een plas water te gaan zitten. Haar broek was doorweekt en zat onder de modder en haar rubberlaarzen moest ik leeggieten. Grrr… Maar bij droog weer: vies worden mag. Graag zelfs. Lekker laten spelen. Thuis voelt dat heel anders. Het gevaar van de modderplas is er niet: ze gaan eigenlijk zelden naar buiten met regen. Eerlijk gezegd, thuis baal ik van grasvlekken en andere, vaak ondefinieerbare, en vooral permanente vuiligheid op hun kleding. Mijn voornemen: daar stop ik mee. Witte leggings gaan in de ban en grasvlekken zijn vanaf nu oké! Probeer ik te denken…

Kampeertopper 4: zwemmen
Ik woon tien minuten van het zwembad, een half uur van een mooie recreatieplas en een half uur van het strand. En toch zwemmen we bedroevend weinig. Daar hebben we op de camping helemaal geen last van. “Natuurlijk gaan we morgen weer naar het zwembad.”  Als we er zijn, zie ik m’n meiden enorm genieten. De oudste –met c-diploma- laat aan de lopende band onderwater-kunstjes zien. De jongste –sinds kort op zwemles- denkt dat ze na 4 lessen alles kan en springt het liefst zonder bandjes het water in. En ik? Ik vind het gedoe. Als je denkt dat je in het water ligt, moet er één naar de wc. En thuis of op de camping: zwembad/strand-wc’s vind ik altijd viezig. Te veel nattigheid waarvan je niet weet waar het vandaan komt.

Maar toch; water, zwemmen en zelfs het gedoe zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met kamperen. En laat ik daar nou net heimwee naar hebben. Er is maar één oplossing denkbaar: vaker gaan. Naar die plas, dat strand én dat zwembad. En dan heerlijk rozig weer thuiskomen.

Kampeertopper 5: fietsen om het fietsen
Heerlijk vind ik het. Aan het begin van de middag op de fiets stappen en dan met een omweg, want dan kunnen we nog een taartje eten bij die ene aardbeienkweker/theeschenkerij, naar het dorpje in de buurt gaan. Ook deze zomer was het weer een feest. Vooral toen m’n meiden luid zingend achterop zaten. Kan ik thuis toch ook doen? Tuurlijk, maar als ik vertel dat mijn huisarts een paar maanden geleden spontaan in de lach schoot, toen ik op zijn aanwijzing mijn bovenbenen aanspande, weet jij wel hoe vaak ik dat doe. Die fiets dus: vaker pakken en via via ergens naartoe gaan. Het werkt zo ontspannend!